Tagarchief: eenzaam

De klacht van Jeremia

“Wee mij… nooit was ik in vrolijk gezelschap, nooit heb ik plezier gemaakt, eenzaam was ik door Uw toedoen…” (Jer.15)

Niet echt een vrolijke start van een weblog.
De klaagzang van Jeremia klinkt bitter en depressief. Je ziet hem in gedachten haast met zijn boze vinger naar de hemel wijzen.
Het komt allemaal door God, die Jeremia had uitgekozen en apart gezet om een profeet te zijn (Jer.1).
Hij moest het volk Israël waarschuwen, omdat ze niet trouw waren aan het verbond met hun Heer. Het maakte Jeremia niet bepaald populair. Sommige mensen stonden hem zelfs naar het leven.
Wat een eenzame taak had God hem opgedragen. En Jeremia lijdt er vreselijk onder, maar blijft toch gehoorzaam.

Het leven van Jeremia is op zichzelf al profetisch te noemen. Hij voelde zich ongetwijfeld de verschoppeling van zijn eigen volk. Opzij geschoven, niet serieus genomen.
Net zoals het Israël zelf altijd vergaan is tot op de dag van vandaag. Eindelijk terug in het land dat de Eeuwige hen heeft beloofd, noemt de wereld haar een “schurkenstaat” en ze staan er alleen voor. Profetie op profetie gaat in vervulling, maar men is doof en blind.

Eenzaam ben ik, door Uw toedoen..
Geroepen om als wachter voor Israël in de bres te staan kan ik de woorden van Jeremia maar al te goed meevoelen.
Naar de maatstaven van mensen en maatschappij heb ik niets nuttigs bereikt. Ik kan eigenlijk niets. Echt contact krijgen met anderen is me nooit goed gelukt, hoe hard ik het ook heb geprobeerd.
Alsof de verbinding er niet mag zijn..
Een zegen? Ik denk dat veel Joden dat anders zullen ervaren en om eerlijk te zijn voelt het ook vaker als een onmenselijke last.

In vroegere tijden stonden de wachters op de muren rond de stad.
Meestal merkte je niet eens dat ze er waren, want je hoort ze niet als alles rustig is. Toch waakten zij over het welzijn van de mensen. En aarzelden niet om luidruchtig alarm te slaan wanneer er toch gevaar dreigde.

In deze uitermate spannende dagen stelt God opnieuw wachters aan (Jes.62:6-7). Sommigen lopen letterlijk over de muren van Jeruzalem, anderen – zoals ik – betreden geestelijke stenen.
Omdat het zo eenzaam kan voelen, schrijf ik vooral om hen te laten weten dat ze het niet zijn. De Heer kent wie bij Hem schuilen.